Het controleren en testen van noodverlichting

Exploitanten zijn wettelijk verplicht om noodverlichting regelmatig te controleren, en wanneer nodig te onderhouden en repareren. Het uitvallen van een enkele nood- of vluchtwegarmatuur kan risico op ongevallen opleveren. In geval van schade is het aan de beheerder van het gebouw om te bewijzen dat deze armaturen in goede staat verkeerden.

De exploitant van het gebouw is verantwoordelijk. De exploitant van de faciliteit moet een persoon aanwijzen die verantwoordelijk is voor het bijhouden van het inspectieboek.

Uitleg over de verschillende testsystemen van onze noodverlichting:

AT: Autotestfunctie: LED-Controlelampje voor het bewaken van het laadproces.
AT: Autotestfunctie en testknop: Controlelampje voor het bewaken van het laadproces en voor het simuleren van een stroomuitval door op de testknop te drukken.
STS: Zelftestfunctie met zoemer: Controlelampje voor het bewaken van het laadproces en voor het simuleren van een stroomuitval door op de testknop te drukken. Bovendien geeft deze lamp een akoestisch waarschuwingssignaal af als de lamp defect is.
Autotestfunctie met afstandsbediening: Controlelampje voor het bewaken van het laadproces en een afstandsbediening voor de verschillende testprocedures: wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse controles.
ST: Uitvoerige zelftest: volledige zelftest volgens testvoorschriften, bewaking van het laadproces en verschillende testsequenties voor wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse tests. Hou hierbij rekening met het feit dat de lampen spontaan aan kunnen gaan en een aantal uur kunnen branden als de automatische test bezig is. (Sommige armaturen hebben ook nog een testknop voor handmatige tests).

De inspectie van de noodverlichting heeft betrekking op de volgende punten:

1. Dagelijkse inspectie (visuele) van de centrale voeding.
2. Minstens wekelijkse controle van de veiligheidsverlichting met de stroom aan, als het een systeem op batterijen is. De werking van elke individuele armatuur moet worden gecontroleerd (individuele batterijarmatuurbewaking).
3. Maandelijkse test van het schakelapparaat naar de stroombron voor veiligheidsdoeleinden door een stroomuitval te simuleren. Tijdens de simulatie moet de werking van elke individuele armatuur worden gecontroleerd (individuele batterijarmatuurbewaking). 
4. Noodverlichting die je in een professionele context gebruikt dienen jaarlijks gekeurd te worden. De keuring dient te gebeuren volgens de norm NBN EN 50172.
5. Van de regelmatige tests moeten testgegevens worden bijgehouden die een controle achteraf over een periode van minstens vier jaar mogelijk maken.

Uitleg van ons voor de regeling van armaturen met één batterij

1. Is de stroom ingeschakeld?
2. De vluchtwegarmaturen moeten altijd de klok rond ingeschakeld zijn. Branden alle noodarmaturen volgens de voorschriften? Al onze noodverlichtingsarmaturen hebben minimaal een automatische acculaadcontrole, zodat een wekelijkse visuele inspectie kan worden uitgevoerd.
3. Bij deze test wordt de stroom naar de hele installatie korte tijd uitgeschakeld om de armaturen te testen op het opstarten van de batterij. Onze armaturen hebben verschillende testsystemen (zie hierboven).
4. Tijdens deze test wordt het hele systeem 3 of 8 uur uitgeschakeld, afhankelijk van het type armatuur, om alle armaturen te testen op het opstarten van de batterij en het uithoudingsvermogen van de batterij. Onze armaturen hebben verschillende testsystemen (zie hierboven).